donderdag 28 januari 2010

Dankbaarheid

Ooit gehoord van de man die na een auto-ongeluk alleen nog zijn duim kon bewegen. Maanden lag hij overweldigd en machteloos in bed en beklaagde zichzelf. Tot hij zich realiseerde dat hij zijn aandacht zou kunnen richten op het enige lichaamsdeel dat nog wel functioneerde. Met die duim begon hij tekens aan zijn gezin te geven die eerst alleen ja of nee betekenden maar later subtieler werden. Gaandeweg kon hij een andere vinger ook bewegen. Na een paar jaar kreeg die man de beschikking over zijn lichaam weer terug. De verklaring die de mensen ervoor geven is dat deze man keek naar wat hij wel kon in plaats van wat hij niet kon. En hij was dankbaar voor iedere verbetering die zich aan zijn lijf voltrok. Als dit mogelijk is moet aandacht voor wat er wel is en dankbaarheid daarvoor nog tot veel meer in staat zijn.

Dankbaarheid is een woord dat afgezien van het gebruik in de Evangelische Gemeenschap bijna nergens meer gehoord wordt. In de krant kom ik het woord niet tegen en uit de jaarlijkse Prinsjesdagrede van de Koningin is het ook verdwenen. Alleen hoor ik over de radio dat musici hun leermeester dankbaar zijn. Het lijkt wel een verboden woord te zijn. Het is passend op te merken dat ik niet met het woord ben opgegroeid en dat dankbaarheid pas later een betekenis voor me kreeg. Mishandelde kinderen hebben als volwassene geen eerbied las ik onlangs. Dankbaarheid en eerbied horen bij elkaar. Zonder eerbied geen dankbaarheid. Het zijn woorden die verwijzen naar een ongelijkheid. Als ik iemand dankbaar ben omdat hij iets belangrijks voor me gedaan heeft dan plaats ik me kortstondig in een lagere positie. Net zo met eerbied. Eerbied voor ouders hebben betekent dat het generatieverschil erkend wordt. Daarom gedraagt een jongere met eerbied zich anders tegenover een oudere dan tegenover iemand van zijn eigen leeftijdsgroep. Heden ten dage is de collectieve norm dat we allemaal aan elkaar gelijk zijn. Afgezien van topvoetballers en televisiehelden die nog wel tot een aparte kaste behoren. Of er mensen zijn die zich dankbaar voelen ten opzichte van voetballers of televisiehelden weet ik niet.

Het gelijkheidsprincipe lijkt de dankbaarheid naar de schroothoop gestuurd te hebben. Voor de dankbaarheid is dat een erg onaangename plaats om te vertoeven. Anders dan schroot is dankbaarheid niet hard en ongevoelig, het tegendeel zou ik willen zeggen. Het is bij uitstek iets dat uit het gevoel voortkomt. Zouden we in deze tijd dan een deel van ons gevoelsleven op slot gedaan hebben?

Dat het woord dankbaarheid nog nauwelijks gebruikt wordt, hoeft overigens niet te betekenen dat mensen het gevoel van dankbaarheid verloren hebben. Zelf merk ik dat als ik een depressie heb het niet helpt om te denken aan wat ik wel heb en daarvoor dankbaar te zijn. Ik doe dan mijn best. Het lijkt echter meer op het afdwingen van dankbaarheid en dat werkt niet. Zou dankbaarheid in onze cultuur misschien in de knel zitten omdat de mate van depressiviteit in onze samenleving sterk gestegen is?

Waar is dankbaarheid eigenlijk goed voor? Waarom zo’n heisa maken over het verdwijnen van dankbaarheid wanneer we net zo goed zonder kunnen? Waarom kan de dankbaarheid niet uitsluitend het bezit van de Evangelische Gemeenschap zijn?
Als dankbaarheid een grotere rol speelt in onze relaties gaan die er sterk op vooruit. Er wordt dan minder gekeken naar wat de ander niet te bieden heeft maar juist meer naar wat hij wel geeft. Klagen en dankbaarheid zijn vijanden van elkaar. En klagen is de vijand van de goede relatie vooral als de klachten over de partner gaan.

Ik kan dankbaar zijn als ik ‘s morgens wakker wordt en een nieuwe dag te leven heb. Toch hoef ik daar strikt genomen niet religieus voor te zijn. Misschien is het ook wel het gemak waarmee leven voor gegeven wordt aangenomen en dat dankbaarheid daarom verdwenen is. Terwijl de dood iedere dag en overal op de loer ligt. De dood dreigt in het wegverkeer, in de trein en in het vliegtuig. Ondanks de verheven resultaten van de medische stand bestaat er nog een keur van ongeneeslijke ziekten die ons kunnen treffen. Misschien zou de dankbaarheid terugkeren wanneer mensen zich zouden realiseren dat leven helemaal niet zo vanzelfsprekend is als het lijkt. Dat is onwaarschijnlijk want met het hevig voortschrijden van de techniek is het valse vertrouwen in het ‘ eeuwige ‘ leven in maakbaarheidsland alleen maar groter geworden.

Het lijkt wel Techniek of God.

Ik bedoel met God overigens niet de Joods-Christelijke godsfiguur zoals die in de bijbel beschreven staat en waarmee de meeste mensen het woord God associëren. Ik bedoel God als universum, de totaliteit of als het mysterie waar in oorsprong alles uit voortgekomen is. Verzoeke te overwegen dat religie buiten het Christendom mogelijk is.
Als ik in het bestaan van zoiets als een oorsprong geloof heb ik de techniek om te blijven leven niet nodig. Het is op het Goddelijk plan, waar geheel buiten mijn invloed om, bepaald wordt hoelang ik zal leven. Op dat niveau bestaat er geen menselijke maakbaarheid. Als het goed met me gaat dan kan ik daar zelf aan bijgedragen hebben maar voor mij is de invloed van het Goddelijk toch veel groter, mensen die heel gezond eten kunnen toch vroeg sterven.
Daarom voel ik me dankbaar en heb ik eerbied voor datgene dat het leven, de geboorte en de dood bestiert. Heb ik kunnen bepalen in welk gezin ik geboren ben? Nee helemaal niet. Heb ik kunnen bepalen dat ik in Europa geboren ben in plaats van in de Sahel-zone? Nee helemaal niet. Heb ik kunnen bepalen dat ik goede hersens en een paar talenten heb? Nee absoluut niet. Heb ik er zelf voor gezorgd dat ik vandaag nog leef en gisteren niet door een auto overreden ben ? Ik heb goed opgelet, meer niet. Andere goed oplettende mensen zijn wel overreden. Er is daarom alle reden voor dankbaarheid.

God, de Oorsprong of zo u wil het universum, het mysterie, bepaalt zogezegd de basale uitgangspunten van ons leven. Daarom denk ik dat God verantwoordelijk is voor de verschillen tussen de mensen. Op die manier is het begrijpelijk dat de mensen geen God meer willen want we moeten aan elkaar gelijk zijn. Wat ik niet weet is of Hij dan vanzelf verdwijnt. En wat moet iemand zonder God met zijn dankbaarheid voor het leven? Tot wie die dankbaarheid dan te richten? Tot het toeval misschien?

Het is overigens niet de bedoeling alle artsen en ziekenhuisspecialisten naar huis te sturen. Juist niet want een genezing door een arts is bij uitstek iets om dankbaar voor te kunnen zijn. Wat is er toch met het gevoelsleven gebeurd dat artsen tegenwoordig door patiënten bedreigd worden in plaats van dat ze dankbaar zijn dat de arts hen tracht te helpen? Hoe is zoiets mogelijk? Zou dit misschien de schaduwzijde zijn van het gelijkheidsdogma? Zo simpel is het toch niet als ik er langer over denk.
Mensen hebben veelal angst voor dankbaarheid omdat het herinneringen aan vroeger doet opkomen. Vroeger toen kinderen gedwongen werden dankbaar te zijn. Inderdaad daar komt ie ‘ wees dankbaar voor wat je hebt’, kregen we te horen. Ook kerk en autoriteit dwongen vroeger dankbaarheid af. Het schijnt me toe dat dwang een ongevoelige manier van handelen is die daarom niet tot zoiets gevoeligs als dankbaarheid kan leiden. Het zijn de herinneringen aan de gedwongen dankbaarheid die mensen vandaag de dag bij het begrip doen verstijven. Ook met betrekking tot ongelijkheid, weliswaar een andere dan ik bedoel, kampen mensen collectief met veel onaangename herinneringen. Het lijkt onze herinnering wel te zijn die met de dankbaarheid heeft afgerekend.

In het werk van Michel de Montaigne staat geen essay over dankbaarheid, hoogst-waarschijnlijk omdat dankbaarheid in die tijd vanzelf sprak; er was nog niet zoveel als nu dus als je toen wat had was je daar erg blij mee! Bij Montaigne is wel een essay ‘ Over de ongelijkheid tussen mensen ‘. In de aanhef schrijft hij dit:
“ Plutarchus zegt ergens dat het onderscheid tussen het ene dier en het andere minder groot is dan tussen de ene mens en de andere. Ik zou graag nog een stapje verder gaan dan Plutarchus en zou willen zeggen dat tussen de ene mens en de andere een groter onderscheid kan bestaan dan tussen mens en dier. Er bestaan zoveel stadia van bewustzijn als er vademen zijn van de aarde tot de hemel, namelijk ontelbaar veel “.
Mijn inziens zijn mensen inderdaad verregaand verschillend van elkaar vanwege de eerder genoemde oorspronkelijke basisuitgangspunten. Volgend uit die uitgangspunten worden de verschillen alleen nog maar groter. Eenmaal in een bepaalde religieuze, sociale en culturele context geboren gaat die context de mens verder diepgaand beïnvloeden. Aangezien er vele verschillende contexten zijn waarin geboren kan worden zijn de verschillen groot. Iedereen heeft verschillende belangrijke gebeurtenissen in zijn ontwikkelingsgang die hem verder vormen. Iedereen heeft andere genen zodat mensen verschillend door ziekte of andere ongemak getroffen worden. De één heeft het geluk iemand op jeugdige leeftijd te kennen die een goede voorbeeldfunctie voor hem vervult en de ander heeft dat helaas niet. Het zou een eindeloos verhaal worden als ik alle redenen waarom mensen zo van elkaar verschillen, zou bespreken. Wat zal het de huidige mens toch een moeite kosten om zich steeds maar weer gelijk aan de ander te maken. Er heerst een immens spanningsveld tussen enerzijds het individualisme en anderzijds de collectieve dwang naar gelijkheid. Misschien moet het overwegende streven in onze tijd ook maar beter geen individualisme meer genoemd worden maar collectieve gelijkheid.

Ik heb zelf, jaren geleden, wel gedacht dat het om eigen belang ging. Ik was de cynicus die beweerde dat degene die goed doet dat doet omdat hij van zijn goed doen beter wordt. Dat er daarom geen dankbaarheid aan te pas hoefde te komen. Nu weet ik dat er mensen zijn die goed doen om het goed doen, omdat hij niet anders wil en kan, niet om er wat voor terug te krijgen.

Als de gever gelukkig wordt door het geven op zich dan heeft de ontvanger een gelegenheid zijn ongelijkheid op te heffen. Dit vindt plaats door het gevoel van dankbaarheid te hebben en te tonen. Dan worden gever en ontvanger beiden gelukkig. Dan vindt er een gelijkheid tussen mensen plaats die werkelijk wat betekent.

Terloops wil ik nog opmerken dat ik geen voorbeelden gegeven heb bij de ongelijkheid tussen mensen en alle verschillende bewustzijnstoestanden. Dat heb ik achterwege gelaten omdat ik, heden met het alles overheersende gelijkheidsdogma, volstrekt onterecht maar toch van smaad, belediging en discriminatie beschuldigd zou worden. Ja het doet pijn om je eigen tekort en je eigen anders-zijn te aanvaarden. Dat willen de mensen niet ondanks dat het de weg naar de ultieme bevrijding is.


1800 woorden.

1 opmerking: