dinsdag 2 februari 2010

Er Mogen Zijn

in de discussie over embryoselectie.

In de discussie over de embryoselectie wordt een belangrijk argument tegen die handelwijze over het hoofd gezien. Dit argument is van existentiële aard. De moeders met erfelijke borstkanker die vragen om embryoselectie teneinde die niet aan hun kind door te geven, zien over het hoofd dat als embryoselectie voorafgaand aan hun eigen geboorte was toegestaan, zij dan zelf niet geleefd zouden hebben. Zij ontkennen hun eigen zijn. Leven wordt tot een ding gemaakt. Als ik dit helemaal op me in laat werken voel ik een diepe ontzetting bij iedere vorm van embryoselectie. Ik begrijp dat hier grote emotionele belangen op het spel staan. Ik ben begaan met mensen die onder een erfelijke ziekte lijden. Niettemin is het belangrijk het hoofd koel te houden en alle consequenties te overwegen.

Het gaat om familiedrama's waarbij over vele generaties geleden wordt aan een erfelijke ziekte van lichamelijke of psychische aard. De vraag dient zich dan aan wanneer er eindelijk genoeg geleden is. Zo’n familie verdient het een keer van die eeuwige herhaling van ziekte en ellende verlost te worden.
Zelf heb ik ervaring met erfelijke depressie en het heeft me ontzettende moeite gekost mij daarvan te verlossen. Een familiedrama waarover ik jaren geleden besloten heb aan de herhaling een einde te maken. Dat was voor vorige generaties niet mogelijk omdat de psychotherapeutische middelen en de ondersteunende medicijnen niet bestonden. Ik moet er niet aan denken dat de embryoselectie voor mijn geboorte toegestaan was geweest voor psychische erfelijke storingen. Het ware mogelijk geweest dat ik niet geleefd zou hebben. Niets, hoe waardevol ook, zou me aangeboden kunnen zijn waarvoor ik dit leven had willen inruilen. Ik ben blij dat ik er mag zijn.

Zoals gezegd voel ik me begaan met mensen die zich in een dergelijk familiedrama bevinden maar niettemin moet ik enkele ingrijpende vragen stellen. Dat doe ik niet lichthartig; ik doe dit omdat ik meen dat in de discussie rond de embryoselectie onze bestaansgrond geraakt wordt.

Is borstkanker zo erg dat degene die het krijgt liever helemaal niet geleefd zou hebben? Of, loopt er een moeder rond die het borstkankergen aan haar dochter heeft doorgegeven en eigenlijk vindt dat haar dochter er beter niet had moeten zijn? Waarom dan het embryo wel verbieden er te mogen zijn? Net als met betrekking tot de behandeling van depressie kan ook bij borstkanker gezegd worden dat de behandelmogelijkheden alsmaar beter worden.

De moeder die embryo’s wil selecteren ontkend zichzelf en het recht op leven van haar embryo met het gen. Ik herinner aan het feit dat ieder embryo zich tot een volkomen uniek mens zal ontwikkelen. Misschien is het wel de Verlosser van de 21e eeuw die weggesaneerd wordt.

Zelfmoord is de ernstigste vorm van zelfontkenning en is daarom nog steeds verboden. Met uitzondering van euthanasie onder de omstandigheid van onmenswaardig leven. In het geval van euthanasie is het de mens die zelf besluit te willen sterven. Het ongewenste embryo heeft niet de gelegenheid om zich over het eigen sterven te kunnen uitspreken en daarom is er sprake van, het kan echt niet anders noemen, moord.

Er is maar een klein percentage van mensen die aan een erfelijke ziekten lijden die zelfmoord willen plegen, maar het gebeurd wel en ik vindt dat mensen vrij zijn die keuze zelf te maken.
Als met genetisch onderzoek voorspeld zou kunnen worden dat de drager van de erfelijke ziekte later zelfmoord zal plegen dan is de situatie anders. Die wil er niet zijn omdat er teveel lijden gevraagd wordt. Als een dergelijke voorspelling mogelijk zou zijn is dat een argument om embryoselectie toe te staan. Dan zou in zekere zin de toekomstige drager van het gen zelf dat besluit nemen.

Er kan ook afgevraagd worden wat de consequenties zijn voor de andere kinderen in het gezin die wel door de selectie heen gekomen zijn.
De ouders geven een dubieus signaal af aan het embryo dat wel mag leven. Het signaal is ‘als jij het gen gehad had dan hadden we je vermoord’ of anders ‘als je niet perfect bent ga je eraan’. Het is uit de praktijk van de psychotherapie bekend dat de foetus dit soort boodschappen oppakt. Het is verder bekend dat kinderen met een dergelijke bestaansgrond later een grote kans op ernstige psychische aandoeningen hebben.
Opnieuw, naast alle andere gerommel met de bevruchting en de foetus, een duistere stap met potentieel zeer nadelige consequenties.

Embryoselectie toestaan voor gevallen waarbij het overlevingspercentage boven een bepaalde grens ligt biedt geen oplossing. Het blijft een poging de mens tot een ding te maken en daarmee glijd onze bestaansgrond onder ons vandaan. Bovendien is er sprake van het beruchte hellende vlak. De volgende stap kan zijn dat embryo’s met genen voor psychische afwijkingen ook weggesaneerd worden. De mogelijkheid ligt dan te dichtbij om op grond van kosten van behandeling van psychische patiënten en hun geringe bijdrage aan de productie de grens naar beneden te verleggen. Dit is niet ondenkbaar; het is in een andere vorm al voorgekomen in de geschiedenis van Noord Europa. Hoewel dit een zeer ernstig gevolg van een besluit tot goedkeuring van de selectie kan zijn is dit niet mijn hoofdargument er tegen dat ik hier nogmaals in andere woorden herhaal.

Voor alle ziekten die erfelijk zijn geldt dat de dragers ervan die geen kinderen met het gen willen hebben hun eigen Zijn en dat van het kind ontkennen. Hierbij wordt opgemerkt dat ook als voorouders die de ziekte hadden niet bestaan zouden hebben, de nazaat dan zijn eigen bestaan ontkent. Zonder die voorouder(s) was de unieke nazaat er niet geweest. Daarom zou het principe horen te zijn dat iedere vorm van embryoselectie verboden is. De grondslag van deze redenatie is dat er een verbod rust op zelfontkenning en op de ontkenning van het bestaan van een ander. Een verbod op de levenshouding die zegt dat het er niet toe doet dat ik geleefd heb. Vanuit existentieel perspectief bestaat er een verbod op nihilisme ,de mens is slechts een materieel ding zonder dat er iets aan de geboorte voorafgaat en er iets na de geboorte blijft bestaan.

Vanuit het perspectief van de ziel van de mens is embryoselectie een spirituele, ja opnieuw er is geen beter woord voor, misdaad. Een meerderheid van de Nederlandse bevolking gelooft in het bestaan van de ziel. We praten hier niet over een spirituele niche. De ziel vraagt om hergeboorte (reïncarnatie) in een volgend leven om zichzelf wel te kunnen realiseren. Vanuit zielsperspectief worden soms inderdaad ernstige obstakels opgeworpen. Voor de omgang daarmee wordt gevraagd om ernst en verantwoordelijkheidsbesef in plaats van de vluchtweg van de ontkenning van het eigen leven en dat van de ander. Ik leef erg mee met mensen die door een erfelijke ziekte getroffen worden of zelf voor de keus staan een embryo te gaan selecteren omdat er bijvoorbeeld borstkanker voor het kind dreigt. Niettemin kan het helaas niet anders dan het morele gevoel dat embryoselectie afwijst van een hogere orde te verklaren omdat ons aller bestaansgrond, letterlijk en figuurlijk, in het geding is.

De voortschrijdende medische techniek zadelt mensen met ethische vraagstukken op die van dermate existentiele aard zijn dat van hen niet verwacht kan worden dat zij een besluit kunnen nemen dat alle implicaties in overweging neemt. Sentimentaliteit kan geen grond voor besluiten zijn. Ook de doctor wordt te zwaar belast wanneer hij behandelingen moet weigeren. De enige mogelijkheid is dat deze kwestie per wet geregeld wordt vanuit de gedachyte dat de wet dan een hoger moreel niveau vertegenwoordigd en ons verlost van een voor de meesten haast ondragelijke verantwoordelijkheid.

Voor vrouwen die het borstkankergen doorgeven is adequate psychologische hulp nodig teneinde hun mogelijke schuldgevoelens of andere geestelijke problemen in een breder perspectief te plaatsen zodat zij van die last verlost worden. De medische wetenschap hoort haar aandacht te verleggen van embryoselectie en aanverwante onderwerpen naar nog betere behandeling van erfelijke ziekten.

Voor degene die zijn kind doormiddel van embryoselectie wegsaneert is dit een gemiste kans. Ik ken nogal wat mensen bij wie een gehandicapt kind ertoe geleid heeft dat de ouders de essentie van leven terugvonden, namelijk niet die overheersende materiele een instrumentele benadering die overal om ons heen overheerst. Zoals dat bij mezelf met het vinden van een oplossing voor mijn depressies gebeurd is.

Uiteindelijk gaat deze discussie niet over percentages overlevingskans van een embryo. Het gaat erover of een geïnstrumentaliseerde en verrationaliseerde gemeenschap in staat is zichzelf de ruimte te geven om opnieuw, maar nu op een hoger bewustzijnsniveau dan in voorgaande eeuwen, het sacrale van het leven terug te vinden.

3 opmerkingen:

  1. Of je gelooft in een ziel, en dan maakt het niet uit of je weggehaald wordt, je komt er toch wel, maar dan met een lichaam vrij van die ziekte.
    Of je gelooft er niet in, en je 'ik' wordt bepaald door de ervaringen die je meemaakt, maar dan is er toch niet een 'ik' die weggegooid wordt, omdat die geen ervaring heeft gehad en nooit zelfbewust is geweest.

    Misschien was je,als je dezelfde ervaringen meekrijgt, er hoe dan ook geweest, wie zal het zeggen?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ben voor deze vorm van progressieve evolutie. Door het nu uitsluiten van zwakkeren in de genenpoel kan de mensheid zich sneller verheffen tot een hoger niveau. Dat er slechtoffers vallen in de vorm van klompjes van 16 cellen is pure noodzaak. De vraag die door mijn hoofd spookt aan de schrijver; Bent u gristen of gewoon extreem links?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Is het ondergaan van een chemokuur ook een vorm van zelfontkenning?
    Waarom stoppen bij de embryo? Denk toch aan al die eicellen en zaadcellen, zij vloeien beide ongebruikt af, via menstruatie of urine.

    Embryoselectie kan juist in eigen ere en glorie gezien worden. Vooralsnog valt de keuze op een embryo van eigen 'makelij' met daarbij een kans dat zijn/haar leven prettiger wordt.

    En de grens van het menszijn?
    Uiteindelijk moet onze intuitie dat beslissen, met behulp van alle kennis en wetenschap die er maar voor handen ligt.

    Maar of de grens bij een handjevol cellen ligt (of minder), dat betwijfel ik ten zeerste, dat argument heb ik alleen nog maar door mensen horen maken onder invloed van theologisch dogma.

    BeantwoordenVerwijderen