donderdag 11 februari 2010

Communiceren, samenwerken en managen.

Essay groepenwerk.

Als een opdrachtgever aan me vraagt hoe ik als trainer voor individuele en organisatorische verandering met mensen werk zit ik altijd voor het volgende dilemma. Als ik vertel hoe het toegaat in zo’n groep weet ik uit ervaring dat mijn gesprekspartner me niet zal begrijpen toch staat hij in zijn recht daar wat over te horen. Het is echt geen tekortkoming van me dat ik het niet kan uitleggen. Mensen die deelgenomen hebben aan mijn groepen hebben me vaak verteld dat ook zij niet begrepen worden wanneer zij er een ander over vertellen. Dat mijn werk niet uit te leggen is beschouw ik als een goed teken. Om verandering te brengen in de veelal te kort schietende communicatie- en leiderschapspatronen in organisaties is het nodig de stroom van meer van hetzelfde te doorbreken door de bestaande logica met andere logica’s in aanraking te brengen. De bestaande manier van doen heeft de problemen niet kunnen oplossen dus is er iets geheel anders nodig.

Hoe is het mogelijk dat het niet uit te leggen is? Dat wordt veroorzaakt door een feit, de mens is niet maakbaar. De mens is rationeel/intellectueel niet te begrijpen en dat is maar goed ook. Want zo behouden we de mogelijkheid ondanks de oprukkende theorieën en systemen die steeds meer greep op ons trachten te krijgen, toch vrije mensen te blijven. Er zijn kilometers boeken over organisatiekunde, psychologie, psychotherapie, filosofie gedurende eeuwen volgeschreven en we zijn er met zijn allen nog mee bezig hoe we beter met elkaar kunnen werken en samenleven. Er bestaat in de mens een mysterie dat gaandeweg meer en meer ontkend wordt maar dat gewoon blijft wat het altijd al was namelijk onkenbaar. Ik koester daarom mijn niet-weten naast mijn wel-weten. Die positie levert voor mijn klanten al veel op. De dwang om alles zo goed te moeten weten wordt minder. In ieder gesprek zijn er momenten waarop je iets niet weet. Het niet-weten wordt constructief wanneer je je niet-weten kan omzetten in vragen; daarvoor is het nodig je ingevingen helemaal ‘aux serieux’ te nemen. Door de vragen te stellen merken mensen dat de kwaliteit van hun zakelijke gesprekken toeneemt. Dat is winst.

Op een dag kwam hij in de middagsessie en zei ‘ ik heb het losgelaten’.
Ik was verwonderd want hij zat zo vast in zijn krampachtige wantrouwen ten aanzien van zijn baas. Op de vraag hoe hij het had losgelaten kon hij zelf geen antwoord geven laat staan dat ik het zou kunnen. Een paar maanden later kreeg hij inderdaad de promotie die hij wilde hebben en die hem toekwam.

Als professional of manager weten we natuurlijk veel en dat hoort ook zo. Zodra we echter met een ander in gesprek zijn om ergens een oplossing voor te vinden ontstaat de menselijke dynamiek die ons in de problemen kan brengen of ons juist in de ander geïnteresseerd kan maken.
Ik beweer niet dat mensen niet in elkaar geïnteresseerd zijn, wat ik zeg is dat de kwaliteit van de interesse en hoe die tot uiting wordt gebracht versterkt kan worden. Als dat gebeurd blijkt dat het werken met elkaar veel minder gecompliceerd is dan we eerder dachten. Dan worden de natuurlijke structuren tussen mensen krachtiger, komt er meer zelfsturing, is er meer onderling vertrouwen en neemt de druk van controle af. Het is mijn ervaring dat ineffectieve communicatie-, samenwerkings- en managementpatronen zich meestal zonder al te veel moeite transformeren omdat mensen merken hoeveel winst daarmee te behalen is.

Het gaat over gewone onderwerpen zoals hoe communiceer je en hoe geef je leiding en hoe werk je samen. Het gaat niet over modellen en instrumenten maar over de vraag hoe we voor elkaar zo waardevol mogelijk kunnen worden. Ik stuur de groep zo aan dat mensen hun situatie anders gaan zien dan zij voorheen deden en er dan oplossingen gevonden worden. Wat ik niet kan uitleggen is hoe mensen anders tegen zaken aan gaan kijken. Er vindt een intern proces plaats dat niet te begrijpen of te voorspellen is. Mensen gebruiken veel modellen, psychologieboeken, maar vergeten wel eens dat het een model is en niet de werkelijkheid.

Zoals de lezer al merkt aan hoe ik schrijf, gaat het verhaal in cirkels, er zit geen rechte lijn in. Is leven en werken dan steeds een essay, een proberen? Deze zienswijze maakt het leven van mensen wel veel makkelijker en ook effectiever vooral als het ook nog een spel mag zijn. Het streven naar perfectie doet geen recht het feit dat mensen nu eenmaal beperkingen hebben en is een groot obstakel op hun ontwikkelingsweg.
In cirkels, kronkels, ogenschijnlijke zijpaden, zo ook gaat onze persoonlijke ontwikkeling/groei. Die gaat niet recht op het doel af. Er bestaan verschillende kenmerken van de, gegeneraliseerde, organisatie die de ontwikkelingsprocessen van de mensen in de weg staan, een daarvan is resultaatgerichtheid. Een afdeling of een professional moet een resultaat bereiken en dat hoort zo. Het persoonlijk ontwikkelplan van de medewerker of manager kan echter niet functioneel resultaatgericht gemanaged worden. Dat is contraproductief omdat de menselijke psyche zo niet werkt. Die is niet rationeel maar symbolisch, intuïtief, fantastisch. Ik heb daarom zo mijn twijfels bij het enthousiasme over competencemanagement; afdwingen van gewenst gedrag is contraproductief. Hoe gewenst is het gedrag van degene die dat af wil dwingen? Nog even over resultaatgerichtheid. In mijn woorden ‘ gaat dat begrip erover heen’ omdat mensen juist van zichzelf graag resultaten bereiken. Iedereen houdt ervan als ie iets goed voor elkaar gekregen heeft, dat geeft een voldaan gevoel er daar houden mensen van. Als er ‘resultaatgericht’ geroepen wordt raken mensen in wezen in de war; want ik wilde zelf toch al resultaat bereiken. Dit behoort tot het terrein van de paradoxale uitspraken. Nog één ’de directie eist dat de mensen uit zichzelf werken’.
Terug want het ging over die werkwijze van mij die niet uit te leggen is.
Dan maar een voorbeeld. Op zo’n middag in een groep zit A te beweren dat hij schoon genoeg van B heeft omdat die zo warrig praat. Het loopt op want A wordt er opgewonden van. Wie is nu waar verantwoordelijk voor? Is het B die warrig praat? Praat hij echt warrig of is het alleen A die dat vindt.
De anderen kunnen B wel volgen. Wat is er nu aan de hand. Is A ervoor verantwoordelijk dat B van zijn gepraat in de war raakt. Nee. Dus A is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen verwarring. A gaat dat uitzoeken. Maar dan zijn we er nog niet. Want wat is er echt aan de hand? A is gewoon anders dan B. A is een denktype en B is een gevoelsmens; zij bekijken de wereld ieder op een andere manier. Geen van beider zienswijzen kan het predikaat absoluut waar krijgen. We bespreken dit in de groep en er vallen kwartjes. Er is uiteindelijk een sfeer van opluchting want mensen zien dat ze met elkaar in de problemen raken omdat ieder nu eenmaal anders is. Het met een groep mensen ergens over eens worden is eigenlijk een onmogelijke zaak wanneer je ziet hoeveel verschillende interpretaties er aan tafel zitten. Als zij dit zich hiervan bewust worden heeft dat het effect dat zij veel meer in elkaar geïnteresseerd raken en veel meer bij elkaar gaan na vragen hoe zij tegen zaken aankijken; het niet uit te leggen wonder is dat er dan een hele serie samenwerkings- en managementvraagstukken van tafel gaan. Denk nou niet dat je het weet als je dit gelezen hebt. De transformatie vindt plaats door zo’n situatie te ervaren en niet door nu te denken dat je het weet.

dinsdag 2 februari 2010

Er Mogen Zijn

in de discussie over embryoselectie.

In de discussie over de embryoselectie wordt een belangrijk argument tegen die handelwijze over het hoofd gezien. Dit argument is van existentiële aard. De moeders met erfelijke borstkanker die vragen om embryoselectie teneinde die niet aan hun kind door te geven, zien over het hoofd dat als embryoselectie voorafgaand aan hun eigen geboorte was toegestaan, zij dan zelf niet geleefd zouden hebben. Zij ontkennen hun eigen zijn. Leven wordt tot een ding gemaakt. Als ik dit helemaal op me in laat werken voel ik een diepe ontzetting bij iedere vorm van embryoselectie. Ik begrijp dat hier grote emotionele belangen op het spel staan. Ik ben begaan met mensen die onder een erfelijke ziekte lijden. Niettemin is het belangrijk het hoofd koel te houden en alle consequenties te overwegen.

Het gaat om familiedrama's waarbij over vele generaties geleden wordt aan een erfelijke ziekte van lichamelijke of psychische aard. De vraag dient zich dan aan wanneer er eindelijk genoeg geleden is. Zo’n familie verdient het een keer van die eeuwige herhaling van ziekte en ellende verlost te worden.
Zelf heb ik ervaring met erfelijke depressie en het heeft me ontzettende moeite gekost mij daarvan te verlossen. Een familiedrama waarover ik jaren geleden besloten heb aan de herhaling een einde te maken. Dat was voor vorige generaties niet mogelijk omdat de psychotherapeutische middelen en de ondersteunende medicijnen niet bestonden. Ik moet er niet aan denken dat de embryoselectie voor mijn geboorte toegestaan was geweest voor psychische erfelijke storingen. Het ware mogelijk geweest dat ik niet geleefd zou hebben. Niets, hoe waardevol ook, zou me aangeboden kunnen zijn waarvoor ik dit leven had willen inruilen. Ik ben blij dat ik er mag zijn.

Zoals gezegd voel ik me begaan met mensen die zich in een dergelijk familiedrama bevinden maar niettemin moet ik enkele ingrijpende vragen stellen. Dat doe ik niet lichthartig; ik doe dit omdat ik meen dat in de discussie rond de embryoselectie onze bestaansgrond geraakt wordt.

Is borstkanker zo erg dat degene die het krijgt liever helemaal niet geleefd zou hebben? Of, loopt er een moeder rond die het borstkankergen aan haar dochter heeft doorgegeven en eigenlijk vindt dat haar dochter er beter niet had moeten zijn? Waarom dan het embryo wel verbieden er te mogen zijn? Net als met betrekking tot de behandeling van depressie kan ook bij borstkanker gezegd worden dat de behandelmogelijkheden alsmaar beter worden.

De moeder die embryo’s wil selecteren ontkend zichzelf en het recht op leven van haar embryo met het gen. Ik herinner aan het feit dat ieder embryo zich tot een volkomen uniek mens zal ontwikkelen. Misschien is het wel de Verlosser van de 21e eeuw die weggesaneerd wordt.

Zelfmoord is de ernstigste vorm van zelfontkenning en is daarom nog steeds verboden. Met uitzondering van euthanasie onder de omstandigheid van onmenswaardig leven. In het geval van euthanasie is het de mens die zelf besluit te willen sterven. Het ongewenste embryo heeft niet de gelegenheid om zich over het eigen sterven te kunnen uitspreken en daarom is er sprake van, het kan echt niet anders noemen, moord.

Er is maar een klein percentage van mensen die aan een erfelijke ziekten lijden die zelfmoord willen plegen, maar het gebeurd wel en ik vindt dat mensen vrij zijn die keuze zelf te maken.
Als met genetisch onderzoek voorspeld zou kunnen worden dat de drager van de erfelijke ziekte later zelfmoord zal plegen dan is de situatie anders. Die wil er niet zijn omdat er teveel lijden gevraagd wordt. Als een dergelijke voorspelling mogelijk zou zijn is dat een argument om embryoselectie toe te staan. Dan zou in zekere zin de toekomstige drager van het gen zelf dat besluit nemen.

Er kan ook afgevraagd worden wat de consequenties zijn voor de andere kinderen in het gezin die wel door de selectie heen gekomen zijn.
De ouders geven een dubieus signaal af aan het embryo dat wel mag leven. Het signaal is ‘als jij het gen gehad had dan hadden we je vermoord’ of anders ‘als je niet perfect bent ga je eraan’. Het is uit de praktijk van de psychotherapie bekend dat de foetus dit soort boodschappen oppakt. Het is verder bekend dat kinderen met een dergelijke bestaansgrond later een grote kans op ernstige psychische aandoeningen hebben.
Opnieuw, naast alle andere gerommel met de bevruchting en de foetus, een duistere stap met potentieel zeer nadelige consequenties.

Embryoselectie toestaan voor gevallen waarbij het overlevingspercentage boven een bepaalde grens ligt biedt geen oplossing. Het blijft een poging de mens tot een ding te maken en daarmee glijd onze bestaansgrond onder ons vandaan. Bovendien is er sprake van het beruchte hellende vlak. De volgende stap kan zijn dat embryo’s met genen voor psychische afwijkingen ook weggesaneerd worden. De mogelijkheid ligt dan te dichtbij om op grond van kosten van behandeling van psychische patiënten en hun geringe bijdrage aan de productie de grens naar beneden te verleggen. Dit is niet ondenkbaar; het is in een andere vorm al voorgekomen in de geschiedenis van Noord Europa. Hoewel dit een zeer ernstig gevolg van een besluit tot goedkeuring van de selectie kan zijn is dit niet mijn hoofdargument er tegen dat ik hier nogmaals in andere woorden herhaal.

Voor alle ziekten die erfelijk zijn geldt dat de dragers ervan die geen kinderen met het gen willen hebben hun eigen Zijn en dat van het kind ontkennen. Hierbij wordt opgemerkt dat ook als voorouders die de ziekte hadden niet bestaan zouden hebben, de nazaat dan zijn eigen bestaan ontkent. Zonder die voorouder(s) was de unieke nazaat er niet geweest. Daarom zou het principe horen te zijn dat iedere vorm van embryoselectie verboden is. De grondslag van deze redenatie is dat er een verbod rust op zelfontkenning en op de ontkenning van het bestaan van een ander. Een verbod op de levenshouding die zegt dat het er niet toe doet dat ik geleefd heb. Vanuit existentieel perspectief bestaat er een verbod op nihilisme ,de mens is slechts een materieel ding zonder dat er iets aan de geboorte voorafgaat en er iets na de geboorte blijft bestaan.

Vanuit het perspectief van de ziel van de mens is embryoselectie een spirituele, ja opnieuw er is geen beter woord voor, misdaad. Een meerderheid van de Nederlandse bevolking gelooft in het bestaan van de ziel. We praten hier niet over een spirituele niche. De ziel vraagt om hergeboorte (reïncarnatie) in een volgend leven om zichzelf wel te kunnen realiseren. Vanuit zielsperspectief worden soms inderdaad ernstige obstakels opgeworpen. Voor de omgang daarmee wordt gevraagd om ernst en verantwoordelijkheidsbesef in plaats van de vluchtweg van de ontkenning van het eigen leven en dat van de ander. Ik leef erg mee met mensen die door een erfelijke ziekte getroffen worden of zelf voor de keus staan een embryo te gaan selecteren omdat er bijvoorbeeld borstkanker voor het kind dreigt. Niettemin kan het helaas niet anders dan het morele gevoel dat embryoselectie afwijst van een hogere orde te verklaren omdat ons aller bestaansgrond, letterlijk en figuurlijk, in het geding is.

De voortschrijdende medische techniek zadelt mensen met ethische vraagstukken op die van dermate existentiele aard zijn dat van hen niet verwacht kan worden dat zij een besluit kunnen nemen dat alle implicaties in overweging neemt. Sentimentaliteit kan geen grond voor besluiten zijn. Ook de doctor wordt te zwaar belast wanneer hij behandelingen moet weigeren. De enige mogelijkheid is dat deze kwestie per wet geregeld wordt vanuit de gedachyte dat de wet dan een hoger moreel niveau vertegenwoordigd en ons verlost van een voor de meesten haast ondragelijke verantwoordelijkheid.

Voor vrouwen die het borstkankergen doorgeven is adequate psychologische hulp nodig teneinde hun mogelijke schuldgevoelens of andere geestelijke problemen in een breder perspectief te plaatsen zodat zij van die last verlost worden. De medische wetenschap hoort haar aandacht te verleggen van embryoselectie en aanverwante onderwerpen naar nog betere behandeling van erfelijke ziekten.

Voor degene die zijn kind doormiddel van embryoselectie wegsaneert is dit een gemiste kans. Ik ken nogal wat mensen bij wie een gehandicapt kind ertoe geleid heeft dat de ouders de essentie van leven terugvonden, namelijk niet die overheersende materiele een instrumentele benadering die overal om ons heen overheerst. Zoals dat bij mezelf met het vinden van een oplossing voor mijn depressies gebeurd is.

Uiteindelijk gaat deze discussie niet over percentages overlevingskans van een embryo. Het gaat erover of een geïnstrumentaliseerde en verrationaliseerde gemeenschap in staat is zichzelf de ruimte te geven om opnieuw, maar nu op een hoger bewustzijnsniveau dan in voorgaande eeuwen, het sacrale van het leven terug te vinden.

donderdag 28 januari 2010

Electronische Heilstaat

De electronische heilstaat en de criminalisering van
de goedwillende burger.

Uitgesproken in Nieuwspoort te Den Haag dd. 10 nov 2008 bij een presentatie over de Diagnose Behandel Combinatie in de Zorgsector.

Discussiëren heeft gezin zin meer. Er wordt al jaren niet geluisterd naar goede argumenten van artsen, psychotherapeuten, leraren en andere verantwoordelijke mensen. Niet alleen de privacy wordt geschaad. Er ontstaat een electronische heilstaat die iedere burger van de wieg tot het graf wil controleren.

De Staat heeft altijd de neiging gehad de mensen te willen controleren maar niet eerder had een staat de beschikking over de immense mogelijkheden van de informatietechnologie. De dijken die de privacy van mensen beschermden zijn doorgebroken, een vloedgolf overspoelt het domein van de persoonlijke levensfeer. Wij zijn allemaal verdachten geworden door de combinatie van data- bestanden die op iedere Nederlander worden toegepast. De meest basale waarden die gevormd zijn tijdens onze beschavingsgeschiedenis, worden met voeten getreden.

Het tijdperk van de criminalisering van de goedwillende burger is ingetreden. Er heeft zich een angstcultuur gevormd rond de internationale terreur, binnenlandse criminaliteit en buitenlanders. Angst houdt mensen gevangen in hun slachtofferschap en leidt ertoe dat zij, zonder het in de gaten te hebben, zelf onderdrukkers worden. Het liberale project was juist mensen te verlossen uit hun slachtofferschap.

Het maakbaarheidsdenken in het kielzog van de verrationalisering heeft de mens zijn besef van nederigheid tegenover en afhankelijkheid van de schepping ontnomen. De onkenbare, volstrekt subjectieve, kern van de mens , zo u wil de ziel, is uit het bewustzijn verdrongen en laat de mensen achter in een uitsluitend materiële en geobjectiveerde wereld zonder betekenis. Vanuit de overheersende opvatting in techniek en de wetenschap is alles materie die zich laat doorgonden en manipuleren.

Bij gevolg worden mensen manipuleerbare objecten in plaats van subjecten d.w.z. willende, voelende, vrije en autonome individuen. Professionals in het zorgsysteem worden behandeld als machines die producten moeten uitspugen. De paradox is dat het individualistische tijdperk de mensen deindividualiseert. De druk van de manipulatie ervaren mensen niet alleen in de zorgsector en het onderwijs maar in de meeste instituten, organisaties en bedrijven. Er is verder sprake van dagelijkse manipulatieve druk door media, reclame en marketing. Wat het Sovietcommunisme niet gelukt is wordt voltooid door het Neo-liberalisme.

Er is sprake van een aanzienlijk beleven van machteloosheid van goedwillende burgers tegenover de strukturen en systemen die hen in de greep trachten te krijgen. Onze democratie institutionaliseert wantrouwen en legitimeert ongeoorloofde dwang. Het is noodzakelijk de zaken bij de ware naam te blijven noemen. Binnen dit democratisch bestel bestaan dictatoriale structuren die zeggen de vrije markt te bevorderen naar die in feite instrumenten van pure repressie zijn. Als er langdurig aan gewerkt wordt mensen tot objecten te maken, te deïndividualiseren, roept dit bij mensen een chtonische, primordiale woede op. Dit onderdrukken de meeste mensen en dan leidt het tot verlies van gevoelens van solidariteit, verlies van de zuivere rede wat iets anders is dan rationaliteit, depressie, harteloze vormen van assertiviteit, het op grote schaal plegen van fraude, het uitleven van de eigen verschoppeling op de buitenlander, het ieder voor zich gaan en Niets voor allen.


Who is in charge of the clattering train?
The axles creak and the couplings strain,
and the pace is hot and the points are near,
and sleep hath deadened the driver's ear,
and the signals flash through the night in vain,
for death is in charge of the clattering train.

Ik heb gezegd.

Ir. H.P.R. Prins.

Dankbaarheid

Ooit gehoord van de man die na een auto-ongeluk alleen nog zijn duim kon bewegen. Maanden lag hij overweldigd en machteloos in bed en beklaagde zichzelf. Tot hij zich realiseerde dat hij zijn aandacht zou kunnen richten op het enige lichaamsdeel dat nog wel functioneerde. Met die duim begon hij tekens aan zijn gezin te geven die eerst alleen ja of nee betekenden maar later subtieler werden. Gaandeweg kon hij een andere vinger ook bewegen. Na een paar jaar kreeg die man de beschikking over zijn lichaam weer terug. De verklaring die de mensen ervoor geven is dat deze man keek naar wat hij wel kon in plaats van wat hij niet kon. En hij was dankbaar voor iedere verbetering die zich aan zijn lijf voltrok. Als dit mogelijk is moet aandacht voor wat er wel is en dankbaarheid daarvoor nog tot veel meer in staat zijn.

Dankbaarheid is een woord dat afgezien van het gebruik in de Evangelische Gemeenschap bijna nergens meer gehoord wordt. In de krant kom ik het woord niet tegen en uit de jaarlijkse Prinsjesdagrede van de Koningin is het ook verdwenen. Alleen hoor ik over de radio dat musici hun leermeester dankbaar zijn. Het lijkt wel een verboden woord te zijn. Het is passend op te merken dat ik niet met het woord ben opgegroeid en dat dankbaarheid pas later een betekenis voor me kreeg. Mishandelde kinderen hebben als volwassene geen eerbied las ik onlangs. Dankbaarheid en eerbied horen bij elkaar. Zonder eerbied geen dankbaarheid. Het zijn woorden die verwijzen naar een ongelijkheid. Als ik iemand dankbaar ben omdat hij iets belangrijks voor me gedaan heeft dan plaats ik me kortstondig in een lagere positie. Net zo met eerbied. Eerbied voor ouders hebben betekent dat het generatieverschil erkend wordt. Daarom gedraagt een jongere met eerbied zich anders tegenover een oudere dan tegenover iemand van zijn eigen leeftijdsgroep. Heden ten dage is de collectieve norm dat we allemaal aan elkaar gelijk zijn. Afgezien van topvoetballers en televisiehelden die nog wel tot een aparte kaste behoren. Of er mensen zijn die zich dankbaar voelen ten opzichte van voetballers of televisiehelden weet ik niet.

Het gelijkheidsprincipe lijkt de dankbaarheid naar de schroothoop gestuurd te hebben. Voor de dankbaarheid is dat een erg onaangename plaats om te vertoeven. Anders dan schroot is dankbaarheid niet hard en ongevoelig, het tegendeel zou ik willen zeggen. Het is bij uitstek iets dat uit het gevoel voortkomt. Zouden we in deze tijd dan een deel van ons gevoelsleven op slot gedaan hebben?

Dat het woord dankbaarheid nog nauwelijks gebruikt wordt, hoeft overigens niet te betekenen dat mensen het gevoel van dankbaarheid verloren hebben. Zelf merk ik dat als ik een depressie heb het niet helpt om te denken aan wat ik wel heb en daarvoor dankbaar te zijn. Ik doe dan mijn best. Het lijkt echter meer op het afdwingen van dankbaarheid en dat werkt niet. Zou dankbaarheid in onze cultuur misschien in de knel zitten omdat de mate van depressiviteit in onze samenleving sterk gestegen is?

Waar is dankbaarheid eigenlijk goed voor? Waarom zo’n heisa maken over het verdwijnen van dankbaarheid wanneer we net zo goed zonder kunnen? Waarom kan de dankbaarheid niet uitsluitend het bezit van de Evangelische Gemeenschap zijn?
Als dankbaarheid een grotere rol speelt in onze relaties gaan die er sterk op vooruit. Er wordt dan minder gekeken naar wat de ander niet te bieden heeft maar juist meer naar wat hij wel geeft. Klagen en dankbaarheid zijn vijanden van elkaar. En klagen is de vijand van de goede relatie vooral als de klachten over de partner gaan.

Ik kan dankbaar zijn als ik ‘s morgens wakker wordt en een nieuwe dag te leven heb. Toch hoef ik daar strikt genomen niet religieus voor te zijn. Misschien is het ook wel het gemak waarmee leven voor gegeven wordt aangenomen en dat dankbaarheid daarom verdwenen is. Terwijl de dood iedere dag en overal op de loer ligt. De dood dreigt in het wegverkeer, in de trein en in het vliegtuig. Ondanks de verheven resultaten van de medische stand bestaat er nog een keur van ongeneeslijke ziekten die ons kunnen treffen. Misschien zou de dankbaarheid terugkeren wanneer mensen zich zouden realiseren dat leven helemaal niet zo vanzelfsprekend is als het lijkt. Dat is onwaarschijnlijk want met het hevig voortschrijden van de techniek is het valse vertrouwen in het ‘ eeuwige ‘ leven in maakbaarheidsland alleen maar groter geworden.

Het lijkt wel Techniek of God.

Ik bedoel met God overigens niet de Joods-Christelijke godsfiguur zoals die in de bijbel beschreven staat en waarmee de meeste mensen het woord God associëren. Ik bedoel God als universum, de totaliteit of als het mysterie waar in oorsprong alles uit voortgekomen is. Verzoeke te overwegen dat religie buiten het Christendom mogelijk is.
Als ik in het bestaan van zoiets als een oorsprong geloof heb ik de techniek om te blijven leven niet nodig. Het is op het Goddelijk plan, waar geheel buiten mijn invloed om, bepaald wordt hoelang ik zal leven. Op dat niveau bestaat er geen menselijke maakbaarheid. Als het goed met me gaat dan kan ik daar zelf aan bijgedragen hebben maar voor mij is de invloed van het Goddelijk toch veel groter, mensen die heel gezond eten kunnen toch vroeg sterven.
Daarom voel ik me dankbaar en heb ik eerbied voor datgene dat het leven, de geboorte en de dood bestiert. Heb ik kunnen bepalen in welk gezin ik geboren ben? Nee helemaal niet. Heb ik kunnen bepalen dat ik in Europa geboren ben in plaats van in de Sahel-zone? Nee helemaal niet. Heb ik kunnen bepalen dat ik goede hersens en een paar talenten heb? Nee absoluut niet. Heb ik er zelf voor gezorgd dat ik vandaag nog leef en gisteren niet door een auto overreden ben ? Ik heb goed opgelet, meer niet. Andere goed oplettende mensen zijn wel overreden. Er is daarom alle reden voor dankbaarheid.

God, de Oorsprong of zo u wil het universum, het mysterie, bepaalt zogezegd de basale uitgangspunten van ons leven. Daarom denk ik dat God verantwoordelijk is voor de verschillen tussen de mensen. Op die manier is het begrijpelijk dat de mensen geen God meer willen want we moeten aan elkaar gelijk zijn. Wat ik niet weet is of Hij dan vanzelf verdwijnt. En wat moet iemand zonder God met zijn dankbaarheid voor het leven? Tot wie die dankbaarheid dan te richten? Tot het toeval misschien?

Het is overigens niet de bedoeling alle artsen en ziekenhuisspecialisten naar huis te sturen. Juist niet want een genezing door een arts is bij uitstek iets om dankbaar voor te kunnen zijn. Wat is er toch met het gevoelsleven gebeurd dat artsen tegenwoordig door patiënten bedreigd worden in plaats van dat ze dankbaar zijn dat de arts hen tracht te helpen? Hoe is zoiets mogelijk? Zou dit misschien de schaduwzijde zijn van het gelijkheidsdogma? Zo simpel is het toch niet als ik er langer over denk.
Mensen hebben veelal angst voor dankbaarheid omdat het herinneringen aan vroeger doet opkomen. Vroeger toen kinderen gedwongen werden dankbaar te zijn. Inderdaad daar komt ie ‘ wees dankbaar voor wat je hebt’, kregen we te horen. Ook kerk en autoriteit dwongen vroeger dankbaarheid af. Het schijnt me toe dat dwang een ongevoelige manier van handelen is die daarom niet tot zoiets gevoeligs als dankbaarheid kan leiden. Het zijn de herinneringen aan de gedwongen dankbaarheid die mensen vandaag de dag bij het begrip doen verstijven. Ook met betrekking tot ongelijkheid, weliswaar een andere dan ik bedoel, kampen mensen collectief met veel onaangename herinneringen. Het lijkt onze herinnering wel te zijn die met de dankbaarheid heeft afgerekend.

In het werk van Michel de Montaigne staat geen essay over dankbaarheid, hoogst-waarschijnlijk omdat dankbaarheid in die tijd vanzelf sprak; er was nog niet zoveel als nu dus als je toen wat had was je daar erg blij mee! Bij Montaigne is wel een essay ‘ Over de ongelijkheid tussen mensen ‘. In de aanhef schrijft hij dit:
“ Plutarchus zegt ergens dat het onderscheid tussen het ene dier en het andere minder groot is dan tussen de ene mens en de andere. Ik zou graag nog een stapje verder gaan dan Plutarchus en zou willen zeggen dat tussen de ene mens en de andere een groter onderscheid kan bestaan dan tussen mens en dier. Er bestaan zoveel stadia van bewustzijn als er vademen zijn van de aarde tot de hemel, namelijk ontelbaar veel “.
Mijn inziens zijn mensen inderdaad verregaand verschillend van elkaar vanwege de eerder genoemde oorspronkelijke basisuitgangspunten. Volgend uit die uitgangspunten worden de verschillen alleen nog maar groter. Eenmaal in een bepaalde religieuze, sociale en culturele context geboren gaat die context de mens verder diepgaand beïnvloeden. Aangezien er vele verschillende contexten zijn waarin geboren kan worden zijn de verschillen groot. Iedereen heeft verschillende belangrijke gebeurtenissen in zijn ontwikkelingsgang die hem verder vormen. Iedereen heeft andere genen zodat mensen verschillend door ziekte of andere ongemak getroffen worden. De één heeft het geluk iemand op jeugdige leeftijd te kennen die een goede voorbeeldfunctie voor hem vervult en de ander heeft dat helaas niet. Het zou een eindeloos verhaal worden als ik alle redenen waarom mensen zo van elkaar verschillen, zou bespreken. Wat zal het de huidige mens toch een moeite kosten om zich steeds maar weer gelijk aan de ander te maken. Er heerst een immens spanningsveld tussen enerzijds het individualisme en anderzijds de collectieve dwang naar gelijkheid. Misschien moet het overwegende streven in onze tijd ook maar beter geen individualisme meer genoemd worden maar collectieve gelijkheid.

Ik heb zelf, jaren geleden, wel gedacht dat het om eigen belang ging. Ik was de cynicus die beweerde dat degene die goed doet dat doet omdat hij van zijn goed doen beter wordt. Dat er daarom geen dankbaarheid aan te pas hoefde te komen. Nu weet ik dat er mensen zijn die goed doen om het goed doen, omdat hij niet anders wil en kan, niet om er wat voor terug te krijgen.

Als de gever gelukkig wordt door het geven op zich dan heeft de ontvanger een gelegenheid zijn ongelijkheid op te heffen. Dit vindt plaats door het gevoel van dankbaarheid te hebben en te tonen. Dan worden gever en ontvanger beiden gelukkig. Dan vindt er een gelijkheid tussen mensen plaats die werkelijk wat betekent.

Terloops wil ik nog opmerken dat ik geen voorbeelden gegeven heb bij de ongelijkheid tussen mensen en alle verschillende bewustzijnstoestanden. Dat heb ik achterwege gelaten omdat ik, heden met het alles overheersende gelijkheidsdogma, volstrekt onterecht maar toch van smaad, belediging en discriminatie beschuldigd zou worden. Ja het doet pijn om je eigen tekort en je eigen anders-zijn te aanvaarden. Dat willen de mensen niet ondanks dat het de weg naar de ultieme bevrijding is.


1800 woorden.

vrijdag 8 januari 2010

Frauderende bestuurders, WELKE ACTIE ?

Bureau Prins en Prins

Fraude en oplichtingsconsultants

Doelgroep: Frauderende politici en managers, oplichters in het algemeen, de medemens.

Motto van de doelgroep: Als jij mijn kont likt, lik ik de jouwe.

Klantenbestand: Politieke partijen, banken, multinationals, overheden, de burger,..

Beschermheer Friedrich Nietsche ' moraal wordt geleerd door pijn te doen'.

Sponsors: Het platform van anarchistische intellectuelen met lang haar, Het actiekommitee tegen managers met kaalgeschoren hoofd. De vereniging van mensen die naar sprookjesfiguren vernoemd zijn. De oproep tot aristocratisch herstel. Hoogleraren tegen verloedering van de rechtsstaat. De vereniging tegen de verkrachting van de Nederlandse taal o.a. door het internet. Het actie comité tegen de electronische heilstaat.

Producten:

- Onze oprichter en directeur de heer Prof. Jhr. Dr. Mr. Prins van Guillotine tot Schandpaal heeft zich gespecialiseerd in het uitdelen van stokslagen. Daarmee behandelt hij al die mensen die corrupt zijn op grond van de redenatie ' iedereen doet het waarom ik dan niet?'

- Programma ' Klap op je bek'. Dit is bedoeld voor mensen die corruptie in hun nabij omgeving hebben zien plaatsvinden, de macht hadden daar een stok voor te steken maar daarin verzuimd hebben. Zij voelen zich daar veelal schuldig over en om die schuld in te lossen kopen ze bij ons klappen op hun bek. Afhankelijk van de persoonlijkheid wordt om effectiviteitsredenen voor de letterlijke dan wel de figuurlijke klap op de bek gekozen. De klappen op hun bek ervaren onze klanten als een grote opluchting. Dit programma is na een diepgravend wetenschappelijk onderzoek tot stand gekomen.

- Aflaten te koop. Het kantoor heeft uitstekende contacten met het Vaticaan. Aflaten voor alle soorten zonden zijn te verkrijgen. In sommige ernstige gevallen is een bezoek aan de Paus mogelijk. Complete vergeving is helaas niet mogelijk; het is een kwestie van blijven betalen.

- Scheldconferenties. Bedoeld voor mensen die corrupt zijn maar dat zelf niet toe willen geven en verkiezen andere mensen de schuld te blijven geven. Op deze conferenties kunnen onze klanten vrijelijk hun 'shit' op onschuldige mensen uitstorten, die daar in deze context terecht vorstelijk voor gehonoreerd worden. Voor goede slachtoffers hebben we altijd plaats.

- Seppuku meditatieruimte. Veel van onze klanten zijn na enkele gesprekken met onze consultants zo spuugziek van zichzelf dat zij er, indien gewenst met enige hulp onzerzijds, liever meteen een eind aanmaken. Japanse zwaarden met verschillende soorten bloedgleuf zijn beschikbaar. Begrafenis in de stijl van die van Wolfgang Amadeus Mozart d.w.z. gedumpt op de vuilnishoop.

- Diepteprogramma is voor mensen die besloten hebben dat ze definiteit van hun abjecte gedrag afwillen. Voor hun is een hapthonomiebad beschikbaar waar clienten hun blokkades bij het aangaan van een vertrouwensrelatie kunnen onderzoeken en overkomen. Dit programma loopt slecht omdat het woord vertrouwen onze klanten erg afschrikt.

- Preventieprogramma. Een serie lezingen door alom bekende Nederlanders die toelichten hoe ze zo goed hebben kunnen oplichten en welke prijs ze daarvoor hebben moeten betalen (kosten-baten analyse van oplichtingsprojecten). Bijeenkomsten ook zeer geschikt voor succesvol netwerken onder topmensen.

- Uit ervaring weten wij dat een deel van onze cliëntele het helaas zonder geweten moet stellen. Ons kantoor biedt hen daarom het product ' de stem van het geweten'. Met een abonnement wordt iedere oplichter die vlakvoor het beroven van een goedwillende burger toch twijfelt, in staat gestelt eerst met ons van gedachten te wisselen. Dit is een zeer succesvol programma.

- Ons kantoor huldigt het uitgangspunt vanVrijheid, Gelijkheid en Broederschap, dat tijdens en na de Franse Revolutie voor de mensheid de bron van zoveel succes en vruegde geweest is. Niettemin verplichte de huidige tijdgeestonze diensten zijn niet beschikbaar voor mensen met een jaarsalaris, zonder bonus, van minder dan euro 150.000,- .

- Over de competentie van de directie en medwerkers van dit kantoor. Wij zijn specialist omdat we ieder een leven lang onszelf opgelicht hebben. We proberen ermee op te houden maar net als bij roken, het verlangen naar scheef gaan blijft groot. Niets menselijks is ons vreemd.

- Promotie en Reclame. Ons kantoor voelt zich vereert haar klanten electronische gsm/camera's cadeau te doen. Met die camera kunnen onze klanten iedereen fotograferen van wie ze vinden dat die een nog grotere oplichter is dan hen zelf. Die foto's worden digitaal op ons kantoor ontvangen zodat we meteen tot adequate actie kunnen overgaan.

Hoogachtend namens

Van Guillotine tot Schandpaal